Esperanto
FEL, waar de Esperantobeweging beweegt!
Contacteer ons Contacteer ons
Zoek op de Esperanto-webstek

OVER HET IMPERIALISME VAN MOEDERTAAL

In een artikel in het decembernummer van het tijdschrift MO* klaagt de in Vlaanderen wonende Sloveense Staša Pavlović dat ze als niet-moedertaalspreker niet aan de bak komt in het arbeidscircuit, hoe goed haar kennis van het Nederlands ook is. Geldt dit niet bij uitbreiding voor het stuk van de wereld waar Engels de brugtaal is?

De 34-jarige Staša is literair vertaler, tekstschrijver en adviseur, en woont negen jaar in Vlaanderen. Ze werkt meestal voor opdrachtgevers in Slovenië, waar de vergoedingen voor dergelijk werk nog lager zijn dan in België. Daarmee kan ze geen degelijk inkomen bij elkaar schrapen. Toch had ze in Slovenië al een heel palmares op haar naam. Ze was artistiek leider van het grootste poëziefestival, ze werkte als redacteur, vertaalde poëzie en proza voor een gevestigde uitgeverij.

Ze heeft ondertussen degelijk Nederlands geleerd, wellicht beter dan veel Vlamingen. Bij veel sollicitaties bij werkgevers (in haar branche) is het enige, maar zwaar doorwegende, bezwaar het feit dat Nederlands niet haar moedertaal is.

Maar wat is je moedertaal? De taal waarin Staša haar eerste achttien jaar doorbracht was niet Sloveens, maar een dialect dat meer met het Hongaars en Duits verwant is. Haar vader is Servisch, waardoor er thuis ook wel een mondje Servisch gepraat werd. De enige plaats waar ze met “het echte Sloveens” in aanraking kwam, was in boeken. Zelfs op school praatten leerkrachten in het dialect. Kortom, “moedertaal” is bij elk individu een persoonlijk bepaalde mengeling van verschillende invloeden en voorkeuren.

Ze begrijpt het “automatisme” van werkgevers wel om de voorkeur te geven aan moedertaalsprekers. Anderzijds is de algemene taalbeheersing al jaren in een dalende lijn, dus is die voorkeur alleen maar gebaseerd op een veronderstelling. Toch geniet de stempel “moedertaalspreker” nog altijd veel vertrouwen. Als je in een taal geboren bent, heb je levenslang “recht” op die stempel. Staša vindt dat een imperialistisch concept: “moedertaal” is iets waar je als anderstalige nooit toegang toe zal krijgen.

Dat is niet de schuld van de werkgever maar van de politiek, ook al pronkt die met een gelijkekansenclausule: “Kwaliteiten van mensen zijn doorslaggevend, ongeacht hun sekse, leeftijd, afkomst, nationaliteit of beperking.” Je afkomst mag niet in rekening worden gebracht bij aanwerving, maar het stoort Staša dat het etiket “met een andere moedertaal” automatisch strengere eisen tot gevolg heeft. Ook al kent ze vier talen, toevallig niet de gewenste, die kennis is blijkbaar nutteloos in een anderstalig buitenland.

Staša vindt geen werk dat beantwoordt aan haar opleiding en noemt het dan ook een vorm van braindrain dat ze, door het feit dat ze een andere moedertaal heeft, haar competenties niet kan gebruiken.

Samenvatting: Piet Glorieux

Laatste aanpassing van deze bladzijde: 17-05-2022